Nieuws

> het laatste nieuws in je mailbox? Meld je dan hier aan voor de nieuwsbrief

Zwaar gepantserde Atlas gaat munitie opruimen

Zwaar gepantserde Atlas gaat munitie opruimen

Een Atlas 225 LC rupsgraafmachine is speciaal omgebouwd voor het opruimen van munitie. Deze is uitgevoerd met elektrische en dieselaandrijving en een zeer omvangrijke bescherming.

De speciale uitrusting die de Atlas 225 LC rupsgraafmachine nodig heeft om de gevaarlijke schoonmaak van munitie in de Dethlinger-vijver te kunnen uitvoeren, weegt zes ton. In plaats van 23,5 ton weegt de 225 LC nu 29,5 ton. De Twin Power-aandrijving beschikt standaard over een dieselmotor en een elektromotor van 130 kW. Wat ingenieus is, is de oplossing om hem in het verzonken contragewicht te installeren. Het wordt geleverd via een 85 meter lange kabel voor 400 volt met 400 ampère. Deze wordt via een draagarm aan de achterzijde geleid.

Vergelijkbaar met de Leopard 2 – rondom bescherming

In de uitgebreide aanbesteding werd bepaald dat de graafmachine moest voldoen aan de veiligheidseisen van STANAG Level II. Praktisch gezien betekent dit dat de voorruit van de cabine wordt beschermd met 56 mm gepantserd glas en de zijruiten met 50 mm gepantserd glas. Alle ramen kunnen worden verwarmd. Onder de cabine is ook gepantserd staal van zes mm geïnstalleerd. De deur weegt ca. 250 kg en wordt elektrisch bediend.

Nederlands tintje

De cabine is volledig afgedicht en door de Duitse vestiging van het Nederlandse BMAir voorzien van beschermende ventilatie met drie op het dak gemonteerde persluchtcilinders. Daar bevinden zich ook de sensoren die de aanwezigheid van giftig gas detecteren. De beschermende ventilatie wordt bij een calamiteit direct geactiveerd dankzij een signaal van de sensoren. Aan de achterzijde van de cabine is een nooduitgang.

Uitgebreide en complexe schoonmaak

De Duitse strijdkrachten en later het Britse leger hebben van 1942 tot 1952 een groot aantal granaten, waaronder granaten gevuld met chemische oorlogsmiddelen, afgevoerd in de Dethlinger-vijver, een voormalige diatomeeënaarde-put nabij Munster. De kleine vijver was 63 meter breed en was ongeveer 12 meter diep. De put werd in 1952 opgevuld met grond en puin. In de loop van de tijd trad rotting op, gecombineerd met grondwaterverontreiniging. Het stadsdeel Heidekreis, dat verantwoordelijk is voor het terrein, lanceerde in 2014 de eerste plannen voor de sanering. In 2021 werd de put geopend met een testschacht waarin enkele duizenden stuks munitie werden onthuld. Experts hebben nu een opruimconcept ontwikkeld. De plannen voorzien een saneringsperiode van ongeveer zes jaar. Boven de vijver werd een hal van 97 x 106 meter gebouwd. Het heeft een zelfdragend dak met een nokhoogte van 20 meter en rust op een betonnen fundering met daaronder 22 meter damwand. Bij de schoonmaak wordt permanent lucht uit de hal gehaald en gefilterd met actieve kool. Dat is zo’n 200.000 kuub per uur. Ook het grondwater wordt opgevangen en gezuiverd. De grote hal is volledig afgesloten en kan alleen via luchtsluizen verlaten worden met aansluitende ontsmetting. Ook zijn er andere hallen voorzien, bijvoorbeeld voor het zuiveren van het grondwater of het saneren van personeel. Tijdens de dagelijkse werkzaamheden zijn er ook een spoedarts en een ambulance aanwezig. De medewerkers van de schoonmaakploeg mogen alleen met speciaal materieel en voor korte perioden in de put werken. De totale kosten van de sanering worden geschat op ruim € 60 miljoen.
Het actieve opruimen is nu begonnen. Dit betekent dat ook de gepantserde graafmachine Atlas in gebruik is. Het uitgegraven materiaal wordt via transportbanden in containers getransporteerd. Om deze containers te verwijderen wordt gebruik gemaakt van een luchtsluissysteem. De gevonden munitie wordt naar een gespecialiseerde faciliteit in Munster gebracht. Vervolgens worden ze in een speciale oven op 1.800°C verbrand.

Hoge kosten voor de speciale graafmachine

De aanbesteding voor de speciale graafmachine was enorm veeleisend en ingewikkeld. Maar het is ons gelukt een machine te ontwerpen en bouwen die uniek is in de wereld”, zegt Ronald Figiel, projectmanager hiervoor bij de Atlas von der Wehl-dealer. Ook werd hier de gehele ontwikkeling en implementatie begeleid. Alles was gebaseerd op de rupsgraafmachine Atlas 225 LC. Oorspronkelijk een graafmachine van 23 ton met een Stage 5-motor van 129 kW (175 pk). Deze basismachine is zoals beschreven ultraveilig gemaakt. Bij het proces waren verschillende bedrijven betrokken. Eén daarvan was het bedrijf Atlas Kern, dat de ombouw voor de elektrische aandrijving uitvoerde.

Ultieme principe: veiligheid

Tijdens het werk zijn volledige concentratie en maximale aandacht vereist. Om dit te bereiken kan de cabine 1.000 mm worden verhoogd en naar achteren worden gekanteld. Dit geeft een beter zicht op het werkgebied. Het zware gewicht van de cabine maakte het noodzakelijk om alle onderdelen te versterken. De volledig hydraulische Oilquick snelwissel kan worden gebruikt met diverse bakken, grijpers of grindzuigers. Om ervoor te zorgen dat de Atlas-graafmachine veilig op zachte grond kan werken, is de onderwagen verlengd van 450 cm naar 500 cm. Tevens worden er rupsplaten met een coating en een breedte van 100 cm geplaatst. Mocht de graafmachine toch kapotgaan, dan is er een wiellader beschikbaar die de graafmachine door middel van noodhydrauliek met 15 meter lange hydrauliekslangen in beweging kan houden. De Atlas-graafmachine is inmiddels de hal binnen gereden die boven de Dethlinger-vijver staat. Hij verlaat de zaal pas als de schoonmaak klaar is.

Importeur voor België: De Bruycker – Kemp
Importeur voor Nederland: Kemp Groep
   

Voor meer informatie:

Atlas GmbH